U bent hier:

Revalidatiegeneeskunde

Kinderrevalidatiearts, Amsterdam UMC
Hoe bent u in deze functie terechtgekomen? Na mijn geneeskundeopleiding heb ik een jaar als ANIOS heelkunde gewerkt in een klein ziekenhuis. De sfeer was er heel goed en de operaties vaak erg overzichtelijk. Als ANIOS kreeg je vaak de kans om onder supervisie ingrepen te doen. Na dit jaar dacht ik zeker te weten dat ik chirurg wilde worden. Om mijn kansen voor de opleiding te vergroten, ging ik promotieonderzoek doen bij de heelkunde. Op mijn promotieplek werd me duidelijk hoe de opleiding eruit zou zien, en het werkzame leven hierna. Ik kwam tot de conclusie dat dit toch niet helemaal paste bij de toekomst die ik voor ogen had. Via mijn promotieplek kon ik een cursus doen ‘career development’, deze cursus liet me ‘out of the box’ nadenken over wat bij mij zou passen. Een medestudent opperde de revalidatiegeneeskunde, ze kende een revalidatiearts in het ziekenhuis waar ik contact mee kon opnemen. Dat heb ik gedaan. Ik kon meelopen bij hem, een AIOS en bij het revalidatiecentrum. Het sprak me erg aan, hierop ben ik op zoek gegaan naar een ANIOS plek, tot mijn vreugde werd ik hiervoor aangenomen bij het VUmc. Vervolgens werd ik hier ook aangenomen voor de opleiding. Ik wilde altijd al graag met kinderen werken, dit onderdeel van de revalidatieopleiding sprak mij ook het meeste aan. Toen ik mijn opleiding had afgerond in 2018, was er toevallig een plek vrijgekomen, waar ik als kinderrevalidatiearts kon werken.
Wat heeft u geholpen in het maken van uw keuze? Het praten en meelopen met verschillende revalidatieartsen (in opleiding) heeft me een goed beeld gegeven over het vak en de opleiding. 
Hoe kijkt u nu tegen uw keuze aan? Ik ben erg blij dat het zo gelopen is. Het promotieonderzoek vond ik erg pittig, vooral het laatste deel, toen ik al besloten had dat ik geen chirurg wilde worden. Maar ik ben erg blij dat ik mijn doctorstitel al voor mijn specialisatie heb behaald. Ik vind het werken in een academisch centrum op alle vlakken erg inspirerend, en een doctorstitel is daarvoor wel een must.
- Hoe ziet uw ‘normale’ werkdag/-week eruit? Ik werk 3 dagen van ongeveer 9 uur en daarnaast nog ongeveer 2 uur thuis. Mijn werkzaamheden bestaan uit verschillende poliklinische spreekuren: reguliere spreekuren, technische spreekuren (met een schoenmaker of instrumentmaker), multidisciplinaire spreekuren met bijvoorbeeld de kinderneuroloog. Daarnaast geef ik supervisie aan de AIOS revalidatiegeneeskunde en verzorg ik onderwijs voor deze AIOS. Ik ben ook coördinator voor het landelijke AIOS onderwijs op het gebied van kinderrevalidatiegeneeskunde. Daarnaast zijn er regelmatig overleggen om ervoor te zorgen dat de zorg en samenwerking op/met de afdelingen goed blijven gaan.
Wat voor patiënten ziet u vooral? Kinderen van 0-18 jaar met een (motorische) ontwikkelingsachterstand op basis van aangeboren of verworven aandoeningen. Bijvoorbeeld: cerebrale parese, spina bifida, reductiedefecten, chromosoomafwijkingen.
Wat vindt u het leukst aan uw baan? Het is nooit precies te voorspellen hoe een kind zich zal ontwikkelen, ik vind het leuk om me hierdoor te laten verrassen. Ik vind het ook erg fijn als het me lukt om een kind volledig op zijn gemak te stellen, dat ze het doktersbezoek bij mij zelfs leuk vinden.
Wat vindt u minder leuk / moeilijk aan uw baan? De dagen zijn vaak volgepland van begin tot eind, en vaak heb je zelf geen controle over deze planning. Een goede voorbereiding is daarvoor altijd belangrijk.
- Wat is uw tip voor de jonge (bijna) dokter die dit specialisme overweegt? Mail de specialist, ze vinden het altijd leuk om mee te denken! Voel je vrij om een afspraak te maken of een dagje mee te lopen.